Video

Trainingspakken, tatoeages, werkschuw en zelfspot: loflied omarmt de vooroordelen over Helmond

19 augustus 2018 om 09:06
nl
De première was vrijdagavond bij de Kasteeltuinconcerten in Helmond en vanaf dat moment is de videoclip 'Helmond' van 'stadskunstenaar' Thomas Pieters te downloaden. De reacties zijn lovend. Alle vooroordelen over Helmond passeren de revue, maar het is vooral de voelbare liefde voor Helmond dat het nummer bijzonder maakt.
Profielfoto van Paul Post
Geschreven door
Paul Post

Thomas Pieters legt uit waarom hij het nummer begint met een opsomming van de bekende Helmondse onderwerpen, zoals trainingspakken, tatoeages, werkschuwheid, partytenten in voortuinen, knokpartijen en andere criminaliteit.

Zelfspot is het mooiste aan Helmond
"Om de vooroordelen over onze stad te ontkrachten, moet je ze eerst omarmen. Het zijn de vooroordelen van anderen over Helmonders en hiermee wil ik als Helmonder aangeven dat wij om onszelf kunnen lachen. Helmonders vinden zelfspot misschien wel het mooiste aan Helmond."

Tekst gaat verder onder tweet.

Wachten op privacy instellingen...

Meer dan trainingspakken en tattoos
Maar Helmond heeft natuurlijk ook een andere kant en dat laat Pieters in zijn lied ook horen.  "Van origine worstelen wij Helmonders met onze naam en imago, maar cultureel gezien komen wij eraan. Wij zijn de vijfde stad van Brabant, maar we zijn de andere steden aan het inhalen. Het nieuwe theater, de Cacaofabriek, ik als stadskunstenaar. Heel leuk, allemaal."

Bekende Helmonders
De videoclip laat al het fraais van Helmond zien, met gastrollen van prominente Helmonders als Wim Daniels, Nieky Holzken en natuurlijk Berry van Aerle.

"Bij het voorbereiden van deze clip dachten we meteen aan Berry van Aerle. Zo ontstond ook het idee om meer bekende en onbekendere Helmonders te portretteren. Iedereen wilde ook meedoen en dat geeft wellicht het verbroederende gevoel dat mensen hier uithalen."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.