De aangekochte aquarel was het eerste experiment van Van Gogh met wandelende figuren en paartjes in een tuin. Het museum heeft het werk gekocht omdat het een overzicht wil geven van de Brabantse periode van de kunstenaar uit Zundert.
Hendrik BremerDe aquarel is in 1903 vermoedelijk gekocht door kunstcriticus en kunstpedagoog Hendrik Bremer, die later adviseur werd van Helene Kröller-Müller. Na zijn dood bleef het werk in zijn familie en in 1969 belandde het werk in de privécollectie waar het nu uit is verworven.
'De tuinen van de pastorie te Nuenen'  dateert uit oktober of november 1885 en is de laatst bekende aquarel die de kunstenaar in Nuenen maakte.
Het Noordbrabants Museum heeft het werk gekocht door twee jaar het geld van de Bankgiroloterij opzij te zetten. dat maakte samen zes ton. De rest van het geld is bijeengebracht door kunstfondsen en particulieren.
Sleutelstuk in ontwikkeling Van GoghMuseumdirecteur Charles de Mooij  kan het belang van de aquarel niet genoeg benadrukken. Van Gogh maakte tot die tijd vooral donker werk. Na een bezoek aan het Rijksmuseum waar hij de oude meesters bewonderde besloot hij de tuin van de pastorie van zijn vader in sprekende kleuren te schilderen. Kort daarna vertrok hij naar Parijs waar hij in bonte kleuren bleef schilderen.
"De aquarel 'De tuin van de pastorie Nuenen' is in feite een sleutelstuk in de ontwikkeling van Van Gogh", aldus De Mooij. "Bovendien is het zijn laatste aquarel in Brabant gemaakt. Je kunt zelfs zeggen dat hij daarmee zijn Brabantse periode afsloot".  
Gratis te bezoekenOm de aankoop van het doek te vieren, mogen gëïnteresseerden het Noordbrabants Museum zaterdag 10 december van elf uur 's ochtends tot vijf uur 's middags gratis bezoeken.  
Aan het kunstwerk betaalden naast het Noordbrabants museum de BankGiro Loterij, het Mondriaan Fonds, het VSBfonds, de Vrienden van Het Noordbrabants Museum, de Renschdael Art Foundation en Coen Teulings mee.