Tijdens Prinsjesdag konigde het kabinet aan te willen bezuinigen op subsidies en belastingvoordelen voor restauratie's aan monumenten waarin gewoond wordt. Nu kan zo'n eigenaar nog zo'n 80 procent van onderhoudskosten van de belasting aftrekken. Dat wordt mogelijk afgeschaft.
Als bewoner van een monument moet je volgens strenge richtlijnen je onderhoud uitvoeren. In de praktijk betekent dit vaak dat een herstelwerkzaamheid duurder is dan anders. Er moeten authentieke materialen en methodes gebruikt worden. Als compensatie krijgen deze eigenaren van monumentale panden een financiéle compensatie door subsidie of een belastingvoordeel.
Nu dit voordeel dreigt te verdwijnen vrezen de eerder genoemde organisatie's dat onderhoudswerkzaamheden worden uitgesteld of zelfs helemaal niet worden uitgevoerd.
Brabant telt ongeveer 3000 monumentale panden die bewoond zijn. Deze eigenaren mogen tot 2017 tot maximaal 80 procent van de kosten aftrekken van de belasting. Molens en kerken vallen niet onder de nieuwe overheidsplannen.  
De bedoeling is dat na twee jaar de impact van de bezuinigingen geëvalueerd wordt. Heeft de bezuiniging het gewenste bedrag opgeleverd en wat zijn de gevolgen voor staat van de woonmonumenten.
Eigenaren zijn nu niet alleen onzeker over de onderhoudskosten die helemaal voor eigen rekening komen. Ook de verkoopprijs van een monument kan flink dalen door deze maatregel. Hun hoop is gevestigd op de Tweede Kamer die het kabinetsplan kan afwijzen.
Een nieuw rieten dak voor de Dungense Hoekboerderij kost al gauw 25.000 euro. Over vijf jaar moet het echt vervangen worden, geeft eigenaar Jos Bertens aan. "Ik denk dat de volgende generatie er gewoon pannen op gaat leggen. Dat is veel goedkoper. Kijk maar naar België, daar zie je ook nauwelijks nog rietendaken sinds monumenten minder financieel ondersteunt worden door de overheid."